!!! Liquidatiereserve !!!
Wanneer u een zelfstandige activiteit uitoefent via een vennootschap bestaan er verschillende wijzen op de winsten van de vennootschap uit te keren aan de bestuurders/aandeelhouders. De gekendste is natuurlijk een weddeuitkering. Daarnaast bestaan er echter nog een aantal andere mogelijkheden, waarvan de aanleg en uitkering van een liquidatiereserve één van de belangrijkste is.
Het werken met een liquidatiereserve levert een zeer belangrijke fiscale optimalisatie op. De wetgeving verandert op 1 juli 2025 in belangrijke mate. Hieronder een samenvatting.
🧾 1. Wachttermijn verkort: van 5 naar 3 jaar
Onder het nieuwe regime kan je liquidatiereserve al na drie jaar uitkeren, in plaats van vijf. Tot nu kon dit enkel na vijf jaar belastingvoordelig.
📈 2. Roerende voorheffing stijgt: van 5 % naar 6,5 %
Bij uitkering na het vervallen van de wachttermijn betaal je voortaan 6,5 % in plaats van 5 % roerende voorheffing. Dit betekent dat de totale belastingdruk stijgt van ~13,64 % naar 15 % (10 % anticipatieve heffing bij aanleg + 6,5 %) .
Voor bestaande reserves (aangelegd vóór 1 jan 2026)
Vanaf 1 juli 2025 heb je de keuze:
-
Huidig regime behouden: wacht vijf jaar en betaal slechts 5 % roerende voorheffing (netto ~13,64 % belasting).
-
Nieuw regime toepassen: na drie jaar uitkeren, maar met 6,5 % roerende voorheffing (totale druk ~15 %).
Bovendien: reserves die vóór 1 juli 2022 werden gelegd, zijn tegen juli 2025 al drie jaar oud — je kan ze dus al versneld uitkeren onder het nieuwe tarief.
Voor nieuwe reserves (aangelegd na 31 dec 2025)
-
-
Wachttermijn altijd drie jaar
-
Roerende voorheffing altijd 6,5 %
-
Bij uitkering vóór drie jaar geldt het normale tarief (30 %) – dubbele heffing waaronder anticipatieve heffing (+30 %), dus totale belasting ~36,36 %.
De keuze vervalt.
-
Waarom deze wijziging?
De maatregel maakt het regime van liquidatiereserves gelijk met het VVPR-bis‑systeem: beide kennen een wachttijd van drie jaar en een effectieve belastingdruk van 15 %.
Beslissingsmoment
-
Beschik je nú al over reserves die vanaf 1 juli 2022 zijn aangelegd? Dan kan je vanaf 1 juli 2025 beslissen om ze versneld uit te keren (na drie jaar) aan 6,5 % roerende voorheffing.
-
Is fiscaal optimaliseren het doel? Dan is wachten tot vijf jaar (bij bestaande reserves) meestal voordeliger (5 % i.p.v. 6,5 %).
-
Nieuwe reserves vanaf 2026? Geen keus: drie jaar + 6,5 %.
Advies
Overleg met je accountant of financieel adviseur over:
-
Of je versneld wil uitkeren vanaf 1 juli 2025 (mits reserve ≥ 3 jaar oud), met lichte meerbelasting maar meer flexibiliteit.
-
Of wachten tot vijf jaar fiscaal voordeliger is.
-
En bij vorming van nieuwe reserves na 2025: plan je uitkering pas na drie jaar – vóór dat moment is uitkering veel duurder.
Conclusie:
⚠️ Vanaf 1 juli 2025 kun je bestaande liquidatiereserves die minimaal drie jaar zijn aangelegd versneld uitkeren tegen 6,5 % roerende voorheffing. Vanaf 2026 geldt voor alle nieuwe reserves een uniforme termijn van drie jaar en 6,5 %.